Vergulden mantelspeld in de vorm van een leeuw

Oude Nabije Oosten

Griekse geschiedschrijvers uit de 5de en 4de eeuw v.Chr., zoals Herodotus en Xenophon, vertelden dat Perzische mannen en vrouwen talloze sieraden droegen. De fabelachtige schatten in de koninklijke paleizen en de rijke uitdossing van de Perzische legers spreken tot de verbeelding. De leeuw was een geliefd motief in de Perzische edelsmeedkunst. Deze gouden leeuwenkop is zonder meer een topstuk. De agressief ogende kop is evenwichtig, gedetailleerd en uiterst geraffineerd weergegeven.

Sieraden werden niet alleen gedragen om het uiterlijk te verfraaien, maar ook om de welvaart, rang en status van de eigenaar te laten zien. Veel sieraden werden uitsluitend gebruikt bij speciale gebeurtenissen, zoals bruiloften, parades of rituelen. Soms dienden ze als een ritueel geschenk aan tempels, of als belasting in natura. Sieraden waren dus meer dan alleen ‘mooie dingen’.

Details

Afmetingen: H. 5,3, B. 4,9 cm
Materiaal: metaal ; zilver ; goud
Periode: Achemenidische Periode 400 v.Chr.
Vindplaats: Iran, Hammadan
Verwerving: aankoop 1960 november
Inventarisnummer: B 1960/11.1

Relevante topstukken

Alle topstukken