Terracotta beeld van Parthische man

Oude Nabije Oosten

Omstreeks 240 v.Chr. werd de verre grensprovincie Parthië (het huidige Turkmenistan) onder de voet gelopen door een nomadenvolk. Hun opmars was niet te stuiten en hun rijk breidde zich snel tot ver in oostelijke en westelijke richting uit. Ze bleven lange tijd een geduchte tegenstander van de Romeinen. Tussen de 2de eeuw v.Chr. en de 2de eeuw n.Chr. zijn Parthische invloeden te zien binnen de kunst van het oude Nabije Oosten. Van Parthische oorsprong is zeer waarschijnlijk ook dit plaquette van klei met een menselijke figuur. Het hoofd en de onderbenen ontbreken. De kleding is typisch Parthisch. De man draagt een sterk geplooide broek en tunica, die ook de armen bedekt. Om het middel bevindt zich een gordel, waarvan de puntkwasten symmetrisch en in het midden neerhangen. Over de schouder is een lange mantel geslagen, die tot op de voeten reikt. Het is opmerkelijk om deze dikke warme kleding terug te vinden in gebieden met een woestijnklimaat. De geplooide broek is karakteristiek voor de kleding van een ruiter. Kenmerkend voor deze figuurtjes is ook de houding van de armen. De linkerarm is omlaag gericht en stijf tegen het lichaam gedrukt. De hand omklemt een afgerond, niet nader te identificeren voorwerp. De rechterarm is voor de borst gevouwen, waarbij de hand een bloem vasthoudt. Het voorwerp is gemaakt in een mal. Zeer waarschijnlijk moet aan de voorstelling een rituele betekenis worden toegekend. Figuren in soortgelijke positie met een bloem in de rechterhand komen al voor in Achemenidische tijd en illustreren de integratie van oudere tradities in de Parthische vormentaal.

Details

Afmetingen: L. 10,9 cm
Materiaal: terracotta ; aardewerk
Periode: Parthische Periode 250 v.Chr.-224 n.Chr.
Vindplaats: Iran?
Verwerving: verworven tussen 1818 en 1880
Inventarisnummer: A 1941/1.9

Relevante topstukken

Alle topstukken