Gouden solidus met beeltenis Anastasius (491-518)

Nederland middeleeuwen

Omstreeks 280 v. Chr. worden in Rome voor het eerst munten geslagen. In 44 v.Chr. verwerft Julius Ceasar als eerste het recht munten te mogen slaan met zijn eigen portret. Vanaf keizer Augustus is het gebruikelijk dat het portret van de keizer op de voorzijde van de munt staat. De munt was hiermee het massacommunicatiemiddel bij uitstek, waardoor alle burgers in het hele Romeinse rijk wisten wie hun keizer was. De beeltenissen op de munt geven de persoonlijke gelaatstrekken van de heersende vorst weer. Maar behalve zijn portret, gaf de keizer op de keerzijde van zijn munten ook persoonlijke boodschappen mee, zoals zijn politieke programma, zijn band met de goden, zijn grote prestaties en militaire overwinningen. Deze munt werd gevonden in een graf. Het graf bevond zich in het Merovingisch rijengrafveld van Rhenen, waar in 1951 meer dan 1100 begravingen zijn ontdekt. De munt dateert uit het einde van de vijde eeuw of het begin van de zesde eeuw na Chr. Romeinse munten werden tot in de vroege Middeleeuwen nog gebruikt als betaalmiddel.

Details

Afmetingen: gew. 4,5 gr.
Materiaal: metaal ; goud
Periode: vmeb 491-518 n.Chr.
Vindplaats: Nederland, Utrecht, Rhenen, Rhenen, graf 315
Verwerving: overdracht 1982 januari
Inventarisnummer: Rh 315

Relevante topstukken

Alle topstukken