Vogelfibula met oogje van almandijn

Nederland middeleeuwen

Mantelspelden ('fibulae') werden in de Middeleeuwen veel gedragen. Ze werden niet alleen gebruikt om kleding mee dicht te spelden, maar dienden ook als sieraad. Mantelspelden gaven de sociale positie van de drager aan. De mode scheef voor hoe ze gedragen werden. De zwaardere spelden dienden om de mantel dicht te spelden, de lichtere functioneerden als broche. In de tweede helft van de vijfde eeuw kwamen in de Germaanse wereld fibulatypen in de mode die de vorm van een dier hebben. Zulke pinguïnachtige vogelfibulae bleven tot aan het begin van de zesde eeuw in gebruik. Ze werden gewoonlijk gedragen door vrouwen. De hier afgebeelde ‘vogelfibula’ heeft een oogje van 'almandijn', een doorzichtige rode halfedelsteen. Deze vogelfibula werd gevonden in Gennep, waar in 1990 een Frankische nederzetting uit de vijfde eeuw werd opgegraven.

Details

Afmetingen: H. 3,2; B. 1,4 cm; dikte 0,8 cm
Materiaal: metaal
Periode: vmea 475-525 n.Chr.
Vindplaats: Nederland, Limburg, Gennep, Gennep
Verwerving: overdracht 1992 augustus
Inventarisnummer: GE 4492

Relevante topstukken

Alle topstukken