Friese goudschat

In 1866 werd een bijzondere vondst gedaan tijdens het afgraven van een terp ten noordoosten van Wieuwerd in het Friese Westergo. In een potje werden 37 gouden sieraden aangetroffen die omstreeks het jaar 630 begraven moeten zijn. Sommige waren als sieraad gemaakt, andere waren tot sieraad vermaakt, zoals munten die waren omgewerkt tot hangertjes.

Kostbaarheden en macht

De schat zou de voorraad van een goudsmid kunnen zijn geweest of eigendom van een leider. In de vroege middeleeuwen waren kostbaarheden en macht onverbrekelijk met elkaar verbonden. Door geschenken uit te delen kon een leider de trouw van onderdanen kopen, vriendschappen afsluiten en vooral ook aanzien tentoonspreiden.

Inhoud van de schat

Tot de goudschat van Wieuwerd behoort onder andere een zogenoemde voetplaat van een grote fibula (mantelspeld), versierd met vlechtbandmotieven van gouddraad (tweede afbeelding). De fibula is vergelijkbaar met de spelden die in de Friese ‘koningsgraven’ van Hoogebeintum en Wijnaldum zijn ontdekt. Verder zijn er twee hangertjes met cloisonnéwerk (inleg van rode steentjes – almandijn) gevonden en twee niervormige hangertjes met filigreinversiering (filigrein is een draad van bolletjes). Ook zijn er twee ringen en drie bracteaten tevoorschijn gekomen. Bracteaten zijn eenzijdig geslagen plaatjes, waarvan in dit geval op twee exemplaren een menselijk gezicht is afgebeeld en op een ander een slangenmotief.

Verschillende jaren en plaatsen

Opmerkelijk is dat de goudschat voorwerpen uit verschillende jaren en plaatsen omvat. Zo zijn de zesde- en zevende-eeuwse tot hangertjes verwerkte munten, waarvan hieronder een voorbeeld, afkomstig uit Constantinopel (Istanbul), Ravenna, Viviers, Arles, Marseille, Sevilla en Maastricht. Mogelijk zijn de andere sieraden uit omgesmolten munten gemaakt.

Friese elite

Uit de schat van Wieuwerd, de fibula’s van Hoogebeintum en Wijnaldum en de gesp van Dronrijp kan worden opgemaakt dat er in het zevende-eeuwse Westergo een elite heeft gewoond. Zij beheerste het terpengebied en speelde een belangrijke rol in de bloeiende Noordzeehandel. De Friese elite onderhield contacten met de Franken in Midden- en Zuid-Nederland, waarbij vermoedelijk sprake was van zowel samenwerking als competitie en zelfs vijandschap.

Goudschatten-hotspot

Gedurende de Vroege Middeleeuwen konden de Friezen lange tijd een eigen koers varen. Westergo moet daarbij een belangrijke rol hebben gespeeld, want nergens in Nederland zijn er zoveel goudschatten (zonder munten) uit de grond gekomen als daar. Het belang van het gebied wordt nog eens onderstreept door opgravingen in de terp Wijnaldum bij Harlingen. Op die terp was in de vroege middeleeuwen een dorp gesitueerd, een welvarende nederzetting. Er zijn daar sporen gevonden van een edelsmid, van bronsbewerking, de bewerking van barnsteen en been, de productie van glaskralen en textielarbeid.

Nederland in de middeleeuwen | Relevante voorwerpen