Vroegmiddeleeuws aardewerk

De hier afgebeelde voorwerpen van aardewerk komen uit een vroegmiddeleeuws grafveld in Wageningen. De terra nigra-kom op de voorgrond stamt uit de periode 450-525 en staat in een Laat-Romeinse traditie. Op de achtergrond zien we twee jongere exemplaren. De tuitpot rechts dateert uit de periode 600-675, de amfoor links uit 675-750. In de Merovingische periode (vijfde tot achtste eeuw) komen zowel handgevormde als op een draaischijf vervaardigde producten voor.

Grafveld van Rhenen

De grootste collectie vroegmiddeleeuws aardewerk in Nederland komt uit het grafveld van Rhenen, dat met z’n meer dan 1100 graven uitzonderlijk omvangrijk is. Op grond van de bijgiften zijn de graven in dat veld chronologisch in te delen in periodes van 75 jaar.

Eerste fase (375-450)

In de eerste fase (375-450) is het aardewerk terug te voeren op Laat-Romeinse voorbeelden. Daarbij moeten we denken aan grijze en roodachtige kookpotten, kannen en oorpotjes, en ingedeukte schalen en potjes. Ook zien we in deze fase oorspronkelijk Romeinse vormen terug, onder meer de Laat-Romeinse Argonne-terra sigillata, oftewel gestempeld rood of roodbruin aardewerk met een glanzend oppervlak uit de streek Argonne, Noordoost-Frankrijk.

Latere fases (450-675)

In de tweede fase (450-525) treffen we brede geknikte potten aan die vaak als urn zijn gebruikt. Ook dient de fles zich aan. In de derde fase (525-600) verschijnen de bolle knik- en tuitpotten. Ook rolstempelversieringen komen vaak voor. In de laatste fase (600-675) overheersen de bolle vormen en zijn de knikpotten verdwenen. We zien ook een geleidelijke overgang naar het daaropvolgende Karolingische aardewerk.

Gidsfunctie

Aardewerk is voor de archeoloog een ‘gidsfossiel’ bij uitstek. De laag in een opgraving of een graf waarin het aardewerken voorwerp gevonden is, is veelal bepalend voor de datering en kan bovendien informatie verschaffen over de functie en status van de vindplaats. Scherven van sommige aardewerkproducten, bijvoorbeeld inheemse met de hand gevormde potten, zijn moeilijk te dateren.

Pottenbakkersplaats Maastricht

Maastricht moet in de Merovingische tijd een belangrijke pottenbakkersplaats zijn geweest. Er zijn daar pottenbakkersovens opgegraven, zoals trouwens ook elders, die dateren uit de periode tussen 540 en 660. Een grappige bijkomstigheid is dat de ovens vlak bij de moderne aardewerkfabriek van de Société Céramique zijn gevonden.

Nederland in de middeleeuwen | Relevante voorwerpen