Weegschaal en gewichten

De maten en gewichten uit het Romeinse rijk werden ook in ons land geïntroduceerd. Voor de gewichten werd een twaalftallig stelsel gebruikt dat gebaseerd was op het Romeinse pond (libra). Dat komt overeen met 327,45 gram. Keizer Augustus bepaalde dat de munten, maten en gewichten van Rome voor het hele Romeinse rijk moesten gelden. De eenheid die hierdoor ontstond, had een positief effect op het handelsverkeer.

Unster

De Romeinen kenden de weegschaal met gelijke armen en twee schalen, die ook al bij de oude Egyptenaren bekend was: de balans. Het meest gangbare type in het Romeinse rijk was echter de unster. Dit type, uitgevonden in de 1ste eeuw v. Chr., heeft armen van ongelijke lengte. Wat gewogen moest worden werd aan de kortste arm bevestigd. Door het verschuiven van een lopend gewicht aan de lange arm werd het gewicht van de handelswaar vastgesteld.

Handzaam type

Het grote voordeel van de unster was dat het gewicht sneller kon worden bepaald. Bovendien was hij handzaam. Een lopend gewicht was voldoende, terwijl voor de balans een hele set gewichten nodig was. Om het weegbereik van de unster zo groot mogelijk te maken werden aan de korte arm twee of drie haken aangebracht op verschillende plaatsen. Een schaalverdeling op de lange arm correspondeerde met de haak waarmee de unster werd opgehouden. Lichte voorwerpen of producten werden gewogen door de unster op te houden aan de haak die het dichtst bij het midden van het apparaat zat; de zwaarste met de haak die het dichtst bij het uiteinde was bevestigd.

Schaal

De hier afgebeelde bronzen unster (eerste afbeelding) is voorzien van een schaal waardoor het apparaat geschikt was om losse handelswaar te wegen. Bij de schaalverdeling was rekening gehouden met het gewicht van de schaal. Aan de twee losse, afgebroken kettingen hingen oorspronkelijk ogen of haken om de weegschaal omhoog te houden.

Verdeling in ponden en unciae

De ponden zijn aangegeven in Romeinse cijfers, de halve ponden door gepuncteerde schuine streepjes midden tussen de ponden in. Tussen de hele en halve ponden zijn reeksen aangegeven van telkens vijf kleine puntjes, de zogenoemde unciae. Zo kom je, de aanduidingen voor hele en halve ponden meegerekend, tot 12 unciae per pond. Door de unster aan de ketting zo dicht mogelijk omhoog te houden bij het uiteinde van het apparaat kunnen er gewichten worden afgelezen van 10 (3275,5 gram) tot 30 pond (9823,5 gram).

Gewichten

De bronzen unster, gedateerd in de 1ste eeuw, is tevoorschijn gekomen bij baggerwerkzaamheden in de Rijn bij Doorwerth (Gelderland), tegelijk met een grote hoeveelheid bronzen vaatwerk. De twee lopende gewichten (6 en 7 centimeter hoog) bestaan uit een omhulsel van brons, opgevuld met lood. Ze zijn op dezelfde plaats gevonden en horen waarschijnlijk bij de schaal. Eén gewicht heeft de vorm van een eikel en weegt 328 gram. Het andere, met het patroon van een voetbal, weegt 752 gram.

Minerva

Het loden gewicht van 7 cm (tweede afbeelding) is versierd met een bronzen buste van de godin Minerva, herkenbaar aan de helm op haar hoofd. Dit exemplaar weegt 553,7 gram. Het is afkomstig uit de kunsthandel en zou in Nijmegen zijn gevonden.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen