Inheemse potten

De komst van de Romeinen in ons land veranderde aanvankelijk weinig aan het dagelijks leven op het platteland. De meeste landelijke nederzettingen bleven vrijwel hetzelfde als in de IJzertijd. Dat gold ook voor veel voorwerpen die de inheemse bevolking gebruikte, zoals aardewerk.

Van zeshonderd naar negenhonderd graden

In de 1ste eeuw na Chr. bestond het aardewerk nog voornamelijk uit handgevormd, inheems materiaal. Het werd gebakken in open vuren bij temperaturen van zo’n zeshonderd graden, waardoor het bros bleef en een sterk gevlamd oppervlak kreeg. Geleidelijk werd het verdrongen door Romeins aardewerk. Dat was sterker en dunner doordat het op een draaischijf was gemaakt en bij temperaturen van zo’n negenhonderd graden in ovens was gebakken.

De Bult

In een boerennederzetting die in de jaren zestig van de twintigste eeuw in Rijswijk werd opgegraven, plaatselijk bekend als De Bult, werd in de 2de eeuw na Chr. nog volop inheems aardewerk gebruikt, naast het steeds talrijker wordende Romeinse aardewerk. De hier afgebeelde potten uit de 1ste-2de eeuw na Chr. (de eerste 21 centimeter hoog, de tweede 22 centimeter) zijn daar een voorbeeld van. Het in Rijswijk gevonden inheemse aardewerk bestond uit potten, schalen, bekers en één deksel. In de 3de eeuw na Chr. werd in de Rijswijkse nederzetting bijna uitsluitend Romeins aardewerk gebruikt.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen