Waternimf van terracotta

Dit beeldje van terracotta (150-175 na Chr., 20,5 centimeter hoog) stelt waarschijnlijk een waternimf voor, maar het had evengoed de liefdesgodin Venus kunnen zijn. In dat geval zou de afgebeelde figuur met haar arm op een zuiltje hebben geleund en net als de waternimf met ontbloot bovenlichaam of helemaal naakt zijn weergegeven. Ze zou ook in dezelfde pose zijn afgebeeld. Het voornaamste verschil tussen beiden is dat de waternimf met haar linkerhand een pot met wegstromend water vasthoudt op een zuiltje.

Watergoden en -godinnen

Waternimfen werden in de Romeinse tijd vereerd bij bronnen en watertappunten. Al voor de komst van de Romeinen was er in Noordwest-Europa een cultus voor waterlopen en bronnen, getuige de vele wijgeschenken die uit het water naar boven zijn gekomen. In de Romeinse tijd zien we een assimilatie tussen inheemse en Romeinse goden, waarbij sommige inheemse watergoden of –godinnen een Romeins uiterlijk krijgen, bijvoorbeeld als waternimf.

Gevonden in Leiden

In ons land zijn tot nu toe weinig beeldjes van waternimfen gevonden. Het afgebeelde exemplaar is compleet en gaaf. Het kwam tevoorschijn uit een van de voormalige grachten die behoorden tot het Romeinse fort Matilo in het Leidse Roomburg.

Wijgeschenk

Vanwege de kenmerkende gelaatstrekken, zoals de amandelvormige, ietwat schuin geplaatste ogen, wordt het beeldje toegeschreven aan de Keulse fabrikant Servandus, die actief was in het derde kwart van de 2de eeuw na Chr. Terracottabeeldjes werden in die tijd in heiligdommen geplaatst als (goedkoop) wijgeschenk voor de goden. Ze werden ook meegegeven aan de doden in hun graf of kregen een plaats in een heiligdom bij de mensen thuis.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen