Horemheb, de grootse generaal

Een van de spectaculairste privé-graven uit het Nieuwe Rijk (1539-1077 v.Chr.) in Sakkara is dat van Horemheb, generaal onder Toetanchamon en later koning. Deze reliëfs (ca. 1330 v.Chr.) komen uit het eerste graf dat hij voor zichzelf liet bouwen in Sakkara, dertig kilometer zuidwestelijk van Caïro, toen hij nog generaal was. Er zijn scènes op te zien uit zijn succesvolle militaire carrière, met afbeeldingen van gevangenen uit Syrië, Palestina, Afrika en Anatolië, nu Turkije. Centraal staat de huldiging van de generaal waarbij hij wordt behangen met ‘eregoud’. De koninklijke uraeusslang op zijn voorhoofd is later toegevoegd; blijkbaar wist iemand dat deze generaal later koning werd.

Plaatsvervanger van de farao

Horemheb was de leider van een kleine groep topambtenaren. Zijn macht komt tot uitdrukking in de titel ‘plaatsvervanger des konings’. Met de bouw van zijn graf werd onder Toetanchamon begonnen, maar Horemheb liet de werkzaamheden stilleggen toen hij omstreeks 1320 v.Chr. zelf farao werd en recht had op een koningsgraf in de Vallei der Koningen in Thebe. Dat onvoltooide graf behoort tot de mooiste faraograven in de vallei. Uiteindelijk is hij daarin ook begraven.

Opgravingen negentiende en twintigste eeuw

Begin negentiende eeuw is een aantal reliëfs uit het het Memphitische graf van Horemheb weggenomen. De beste en grootste stukken werden in 1830 in de Italiaanse kunsthandel aangekocht voor het Rijksmuseum van Oudheden. Tussen 1860 en 1870 zijn opnieuw gedeelten van het graf blootgelegd door de Egyptische Oudheidkundige Dienst. De ligging van het monument is daarna in de vergetelheid geraakt. Er was dan ook sprake van een herontdekking toen het in 1975 werd teruggevonden door een gezamenlijk opgravingsteam van de Britse Egypt Exploration Society en het Rijksmuseum van Oudheden. De architectuur van het graf bleek nog in redelijke staat.

Bovenbouw

De bovenbouw van het generaalsgraf van Horemheb heeft de vorm van een tempel, 52 meter lang en 20 meter breed. De ingang, een 4,5 meter hoge poort, een pyloon, is op het oosten gericht. In westelijke richting herbergt het gebouw een grote binnenhof met rondom een zuilengaanderij en drie naast elkaar liggende, lange ruimten die oorspronkelijk met tongewelven waren overdekt. Sommige delen van kleinstenen muren staan nog overeind.

Hoofdcomplex

Het hoofdcomplex van het graf ligt op een diepte van zo’n vijfentwintig meter. Uit de resten van de zwaar geplunderde grafinventaris is gebleken dat Horemhebs koningin Moetnodjemet op ongeveer dertig meter diepte begraven moet zijn geweest. Dankzij zijn hoge positie kon Horemheb zijn huis voor de eeuwigheid op bijna koninklijke wijze laten inrichten en decoreren. De beste kunstenaars en vaklieden stonden tot zijn beschikking. De wandreliëfs laten zien dat zij zich hebben laten inspireren door de vitaliteit, directheid en thematiek van de zogenoemde Amarna-kunst. Het is mogelijk dat zij eerst in Amarna hebben gewerkt en vervolgens samen met het hof van Toetanchamon naar Memphis zijn verhuisd.

Reliëfs met Horemhebs hoogtepunten

De voorstellingen op de reliëfs in het Rijksmuseum van Oudheden sluiten aan bij fragmenten die nog in het graf aanwezig zijn. Ze tonen hoogtepunten uit Horemhebs loopbaan als generaal. Er zijn levendige impressies te zien van gesprekken met verslagen opperhoofden door middel van een tolk (tweede afbeelding), van Horemhebs rapportage aan Toetanchamon en zijn koningin, en van Egyptische legeronderdelen en kampementen (derde afbeelding). Ze zijn als replica’s teruggeplaatst in het graf in Sakkara. De huldiging van de generaal is het moment suprème (eerste afbeelding). Hij is gekleed in een wijd geplisseerd, doorzichtig hemd en een rok met breed uitstaande voorschoot. Hij draagt een lange ceremoniële pruik waarop een kegel van geparfumeerde zalf staat. Op zijn voorhoofd prijkt een koninklijk attribuut, de uraeusslang, die later is aangebracht toen hij farao was geworden.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen