Egyptische dwerggoden

De hier afgebeelde dodenboekpapyrus van Nesinacht (1ste eeuw v.Chr., 31 centimeter hoog) dateert uit de tijd dat Egypte deel uitmaakte van de Hellenistische wereld, of preciezer: de wereld van de Ptolemaen, afstammelingen van de Macedonische generaal Ptolemaios. Hij was bevelhebber van Alexander de Grote toen die het land veroverde en besteeg in 304 v.Chr. als Ptolemaios I Soter de Egyptische troon. Toen de beroemde koningin Cleopatra VII in 31 v.Chr. stierf, was het met de Ptolemaïesche dynastie gedaan. Egypte werd ingelijfd bij het Romeinse rijk.

Versmelting van culturen

In de Egyptische kunst uit die periode zijn duidelijk wederzijdse invloeden van de Griekse en Egyptische kunst en religie te zien. Kenmerkend voor die tijd is de versmelting van beide culturen; dat blijkt uit het ontstaan van nieuwe goden en mythische wezens. De dodenboekrollen uit de Griekse en Romeinse periode, de laatste exemplaren die in Egypte zijn gemaakt, bevatten een aantal nieuwe magische spreuken. Typerend voor het late Dodenboek, zoals de papyrus van priester Nesinacht, is het gebruik van heldere, lichte kleuren, zoals lichtgroen en roze. Net als in het Nieuwe Rijk (1539-1077 v.Chr.) werden de hiërogliefen weer in kolommen aangebracht, in tegenstelling tot de vorige periode, de Late Periode (722-332 v.Chr.), toen de teksten horizontaal werden uitgeschreven.

Vignetten en spreuken

De kostbare papyrusrol is waarschijnlijk afkomstig uit Thebe, de uitgestrekte dodenstad tegenover de huidige stad Luxor. De illustraties – in het geval van het dodenboek worden ze vignetten genoemd – voeren letterlijk en figuurlijk de boventoon. De spreuken zijn veelal in verkorte versie weergegeven en wemelen van de schrijffouten en vergissingen. Op het hier afgebeelde fragment staan de teksten en vignetten van vier spreuken. Daaruit blijkt dat Nesinacht van een aantal machten bescherming verwachtte in het hiernamaals, waaronder de Thebaanse god Amon.

Afgebeelde goden

De middelste figuur op de papyrus stelt de godin Moet voor, echtgenote van Amon. Zij is driekoppig: rechts de kop van de leeuwinnengodin Pachet, in het midden een mensenhoofd en links een gierenkop met twee pluimen. De dwerggod links is verwant aan de god Bes. Hij heeft de kop van een valk en die van een mens. De figuur met de dubbele verenkroon is Amon, die als opdracht had het lichaam in goede staat te houden.

Dwerggoden

Behalve als afbeelding in het Dodenboek werden toverwezens als kinder- en dwerggodjes ook gebruikt in de vorm van beeldjes. Die waren meestal gemaakt van groene of blauwe faience (geglazuurd aardewerk). Een zeldzaam groepje van dit soort beeldjes is een amulet van lichtgroene faience waarbij de dwerggod Pataeke en het maangodje Chonsoe zijn gecombineerd (6 centimeter hoog, tweede afbeelding). Op het rugvlak staan twee van de vele raadselachtige namen van de ongrijpbare god Amon: ‘Licht-Scarabee-Edele’ en ‘Lotus-Leeuw-Ram’.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen