Heilige dieren

De verering van dieren was voor de oude Egyptenaren vooral in de nadagen van de faraonische beschaving van groot belang. Zij zagen dieren dikwijls als de verschijningsvorm van de ziel (de ba) van de goden, vooral als ze uitblonken in mysterie, wijsheid of kracht. Toen de Grieken en de Romeinen zich in Egypte vestigden, keken ze verbaasd om zich heen. Overal zagen ze tempels waar apen, stieren, ibissen of katten werden aanbeden of krokodillen in grote vijvers door gelovigen werden gevoed.

Goden zichtbaar voor mensenogen

In de gedachtegang van de Egyptenaren waren de ware goden onzichtbaar en ongrijpbaar. Transcendente machten waren het, die buiten hun aardse wereld stonden, maar tegelijkertijd overal hun invloed lieten gelden. Wanneer de goden besloten zich aan de gelovigen te vertonen, kozen ze daarvoor een vorm die door mensenogen kon worden gezien. Dat kon een windvlaag zijn, een overstroming van de Nijl, een boom, een dier of een farao. Al deze vormen konden worden beschouwd als de ziel of manifestatie van een god.

Wezenskenmerken van goden in dieren

Dieren die uitblonken in fysieke kracht en agressie (stier, krokodil), ongenaakbaarheid en verhevenheid (valk, gier) of mensachtige wijsheid (baviaan) of een mysterieuze levenscyclus hadden (scarabee, kikker, paling), werden al vroeg als bovenaards beschouwd. Wezenskenmerken van de goden keerden terug in deze dieren. Daarom worden goden vaak afgebeeld met een dierenkop.

Apis-stier

Een van de belangrijke heilige dieren was de Apis-stier, die gewijd was aan de stadsgod Ptah van Memphis en later aan Osiris, hoofd van het Egyptische pantheon. Er was altijd maar n Apis, die zich onderscheidde door een bijzondere tekening in de vacht. We zien de stier hier afgebeeld in het bronzen beeldje links (Late Periode, 722-332 v.Chr., eerste afbeelding), met een driehoekige witte bles op het voorhoofd (ingelegd met bladgoud) en vlekken op de rug in de vorm van een gevleugelde zon en een scarabee. Hij draagt een versierde halsband en een rugdek. Tussen de horens is een zonneschijf met uraeusslang aangebracht.

Kattengodin Bastet

Het beeldje rechts laat een poes met vier jongen zien, een vorm van verering van de kattengodin Bastet. Het is een levendig, realistisch gemaakt groepje. De vacht van de dieren is met fijne streepjes getekend, en de koppen zijn sterk gedetailleerd. De halfcirkelvormige, holle basis vertoont twee doorboorde gaten. Waarschijnlijk diende het als deksel voor een mummiehouder.

Nijlvis

De figuur in het midden is een afbeelding van de spitsnuit of oxyrhynchos, zoals de Grieken hem noemden. Het is een Nijlvis uit de familie van de Mormyriden. Deze vis was onder andere gewijd aan de godin Hathor van Esna. De kroon van koehorens, zonneschijf en uraeus wijst ook in die richting. Griekse en Romeinse auteurs dachten er evenwel anders over. Zij meenden dat de vis was ontstaan uit de wonden van de god Osiris en de overstroming van de Nijl. In de stad Oxyrhynchos, iets ten zuiden van Fayoem, werd de vis voluit vereerd. Het beeldje kon aan een oogje achter de kroon worden opgehangen om als amulet te dienen.

Valk

De valk met de dubbelkroon van Boven- en Beneden-Egypte zien we terug in het hol gegoten, veertien centimeter hoge beeldje (Late Periode, tweede afbeelding), dat enkele duidelijke kern-ankers vertoont. In de prehistorie werd de valk al geassocieerd met koningsmacht. In de mythologie zweeft de hemelgod Horus als een valk langs het firmament; zijn ogen zijn de zon en de maan. Horus wreekt de moordenaar (Seth) van zijn vader Osiris, waarbij zijn ‘maanoog’ beschadigd raakt. Het oog wordt door de goden hersteld. Horus volgt zijn vader op als koning van Egypte, en zo wordt iedere farao de incarnatie van de valkgod Horus. Op de borst van de valk ligt een ornamentale kraag. Beide voeten zijn verloren gegaan.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen