Irritante nijlpaarden

Nijlpaarden zijn niet alleen gevaarlijk, ze moeten voor de oude Egyptenaren ook een bron van ergernis zijn geweest. Met hun onstuitbare vraatzucht en zware, logge tred vernielden zij de kostbare graanoogsten op de vruchtbare oevers van de Nijl. Vandaar dat de jacht op nijlpaarden een populair tijdverdrijf was. Het beest werd ook veelvuldig afgebeeld. Als trofee van de jacht. Of als symbool van Seth, de god van het kwaad en de chaos.

Symbolische bescherming voor de doden

Nijlpaardbeeldjes werden vooral in het Middenrijk (1980-1760 v.Chr.) als gift meegegeven in een graf om de dode symbolisch te beschermen. Er werd een magische kracht aan toegeschreven, zoals dat ook al eerder gebeurde bij dierengrafbeeldjes in de prehistorie. Beeldjes van dieren konden de dode beschermen tegen kwaadwillende, vernietigende machten. Maar ze fungeerden ook als huisdier van de overledene of als bron van voedsel in het hiernamaals. In het Middenrijk was de variëteit aan dierenminiaturen zo groot, dat er een complete dierentuin van kon worden gemaakt: honden, katten, apen, kalveren, lammeren, leeuwen, krokodillen, woestijnspringmuizen en het nijlpaard dus.

Jacht op nijlpaarden

Op de reliefs van mastaba-graven van hooggeplaatste Egyptenaren (mastaba = bank) is de nijlpaardenjacht een geliefd thema. Er is bijvoorbeeld een sportlievende, rijke grafeigenaar te zien die met zijn volgelingen in wankele papyrusbootjes door de Nijlmoerassen vaart en daar nijlpaarden harpoeneert alsof het een lieve lust is. De tanden werden gebruikt als materiaal voor beeldjes, amuletten en huishoudelijke artikelen zoals zalfvaasjes. De beeldjes zijn in mallen gevormd uit faience, geglazuurd aardewerk. Na de eerste bakfase werden ze overtrokken met een laag glanzend blauw glazuur waarop vervolgens met zwarte verf motieven werden geschilderd, merendeels ontleend aan de flora van de Nijl. Daarna gingen ze nog een keer de oven in.

Beeldje van een nijlpaard

Door het warme, vochtige klimaat in de grafkamers zijn de plastiekjes vaak groen verkleurd. De geschilderde waterplanten geven een indruk van het milieu waarin het nijlpaard leefde: met lotussen en andere waterplanten vol gegroeide moerassen langs de Nijl. Het hier afgebeelde dier (1850 v.Chr., 20 centimeter lang, eerste afbeelding) draagt een blauwe lotus op zijn nek en een witte op z’n achterlijf. Op de rug is een ruitvormig patroon afgebeeld, mogelijk een vangnet. We zien daar ook knoppen, rozetten en bladranken. De poten van het diertje zijn afgebroken om te voorkomen dat het in het graf tot leven zou komen en zich tegen de grafeigenaar zou keren.

Beeldje van een leeuw

Een ander dier dat een prominente rol speelde in het leven van de Egyptenaar, was de leeuw. Dit dier stond symbool voor verschillende goden en godinnen. In de leeuw manifesteerde zich de almacht van het goddelijke en het majesteitelijke van de farao, half mens, half god. Het beeldje van de opgerichte leeuw (1850 v.Chr., 5,2 centimeter hoog, tweede afbeelding) stamt eveneens uit het Middenrijk. Het is gemaakt van donkerblauwe faience. De details zijn met zwarte verf geschilderd. Het attribuut heeft de vorm en detaillering van de hiëroglief sa, wat zoveel betekent als ‘bescherming’ of ‘amulet’.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen