Bedroefde Eros

In de Griekse mythologie is Eros de zoon van Aphrodite, de godin van de liefde. Hij geldt als de uitvoerder van zijn moeders bevelen. Eros werd er vooral op uitgestuurd om degenen die de liefdesgodin hadden beledigd, te straffen. Hij wist goden en mensen verliefd te maken door hun een pijl met een gouden punt in het hart te schieten. Daardoor ontstonden er ook ongelukkige liefdes. De naam Eros is afgeleid van eraein, het Griekse werkwoord voor verlangen en liefhebben.

Eros-cultus

De Eros-cultus manifesteerde zich in tempels en festiviteiten op drie plaatsen in Griekenland. De belangrijkste verering viel Eros ten deel in Thespiae, in de landstreek Boeotië, waar zijn cultus nauw verbonden was met vruchtbaarheidsrituelen. De god werd als natuurkracht vereerd in de vorm van een ruwe steen.

Sportwedstrijden

Ter ere van Eros werden er jaarlijks sportwedstrijden gehouden die bijzonder populair waren en bleven voortbestaan tot in de Romeinse keizertijd. De belangrijkste beeldhouwers uit de 4de eeuw v. Chr., Praxiteles en Lysippus, maakten standbeelden van Eros. Zijn pijl en boog werden voor het eerst genoemd in de 5de eeuw v. Chr. door de tragediedichter Euripides. Daarna kwamen deze attributen ook in de beeldende kunst voor.

Romeinse kopie

Het hierbij weergegeven grafbeeldje van een naakte Eros is een Romeinse kopie van een Grieks origineel (de gevleugelde Eros werd door de Romeinen Amor of Cupido genoemd). Het is gemaakt van grofkorrelig marmer, afkomstig van het eiland Thasos. Eros is half slapend uitgebeeld, steunend op een omgekeerde, gedoofde fakkel die hij onder zijn linker oksel heeft geklemd.

Eeuwige slaap

Het godje staat op een ovalen plint. Zijn vermoeide hoofd rust op de rechterhand en linkerschouder. De ogen zijn gesloten. Het beeldje symboliseert op een serene manier de dood, alsof de eeuwige slaap is ingetreden. Met zijn linkerhand lijkt Eros stengels en knoppen van papaverbollen vast te houden die naar de eeuwige slaap verwijzen. Het beeldje is op enkele plaatsen gebroken. Een fragment van de plint onder de linkervoet en de schaamdelen is niet antiek, maar is later gemaakt van imitatiepleister. Het antieke aangehechte bovendeel van de rechtervleugel is later verloren geraakt.

Waterput

Op een van de andere afbeeldingen zien we een waterput met op de marmeren rand Eroten (liefdesgodjes) in een bootje. De een roeit, de ander inspecteert een visnet. De waterput dateert uit de Romeinse keizertijd. De Eroten hadden toen nog een lange toekomst voor zich. In de westerse kunst verschenen ze als engeltjes in kerken en als putti in de kunst van de Italiaanse renaissance. Op de andere kant van de waterput zijn de zeegoden Oceanus en Triton te zien.

Vaasschilderingen

In de antieke vaasschilderkunst werd Eros vanaf de 4de eeuw v. Chr. steeds meer een genrefiguur die werd afgebeeld om een sfeer van verleiding, vrouwelijkheid en erotiek op te roepen. Er kwamen ook meerdere Eroten (of cupido’s) voor, bijvoorbeeld in de beroemde schildering die Aetion maakte van de bruiloft van Alexander de Grote en zijn Perzische bruid Roxane. Op die schildering, die alleen uit beschrijvingen bekend is, was te zien hoe twee Eroten de bruid aan de bruidegom toonden door haar mantel op te lichten en alvast een sandaal los te maken, terwijl een andere Eros Alexander aan zijn mantel in de richting van het huwelijksbed trok.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen