Zandkernglas uit het oosten

Omstreeks 600 v. Chr. werd in Griekenland begonnen met de productie van zandkernglas. In de glascentra van Syrië, Mesopotamië en Noordwest-Iran was die toen al enkele eeuwen gaande. De techniek van het zandkernglas bestond eruit dat er rond een kern van klei, zand en mest glaspasta werd gemodelleerd. Verschillende kleuren glasdraden werden gebruikt om het voorwerp te decoreren. Na afkoeling werd de kern verwijderd.

Rhodos

De Griekse, merendeels westelijk gelegen zandkernglascentra waren te vinden op Rhodos en Cyprus en mogelijk ook op het vasteland. Waarschijnlijk is de hier afgebeelde serie parfumflesjes op Rhodos vervaardigd. Overblijfselen van glasovens en misbaksels zijn er weliswaar niet gevonden, maar op het eiland zijn veel soortgelijke exemplaren aangetroffen die doen vermoeden dat de flesjes daar zijn gemaakt.

Glaskunstenaars uit Mesopotamië

Aangenomen wordt dat glaskunstenaars uit Mesopotamië zich omstreeks het einde van de 7de eeuw v. Chr. op Rhodos hebben gevestigd. Na een ontwikkelingsfase van ongeveer vijftig jaar ontstond de kenmerkende stijl, die in zwang was van midden 6de tot eind 4de eeuw v. Chr. Ook de hier afgebeelde flesjes behoren daartoe. Rhodos was in die tijd een welvarend eiland met veel industrie en handelscontacten die zich uitstrekten over grote delen van het Middellandse Zeegebied.

Hoofdvormen

De serie parfumflesjes kent vier hoofdvormen: het alabastron, de amforiskos, de oinochoë en de aryballos. Het zijn vormen die zijn afgeleid van het eigentijdse Griekse aardewerk. De glazen flesjes ontlenen aan deze vormen ook hun namen. Alleen in functie en formaat verschillen ze nogal van elkaar.

Het alabastron

Het alabastron dankt zijn naam aan het prototype van albast. Het is een flesje met een langgerekt lichaam, een korte hals en een brede, platte rand. Deze alabastra bevatten net als de exemplaren van glas geparfumeerde olie. De brede rand diende ervoor om voorzichtig enkele druppels te schenken.

De amforiskos

De amfora (amforiskos is het verkleinwoord) had verschillende functies. Er werd onder meer olijfolie in opgeslagen. Kenmerkend zijn de twee handvatten die we ook bij de glazen amforiskos aantreffen. In deze flesjes werd waarschijnlijk ook geparfumeerde olie bewaard.

De oinochoë

De oinochoë is een kan die werd gebruikt om wijn te schenken. De miniatuurversie van glas is ongetwijfeld een flesje voor het bewaren van geparfumeerde olie, zoals rozenolie.

De aryballos

De aryballos ten slotte is een kogelrond flesje met een zeer kort halsje en een brede platte rand. Deze werd gebruikt voor het bewaren van olijfolie. Hij werd meegenomen bij het baden en de olie werd gebruikt om het lichaam te parfumeren. Het glazen exemplaar had dezelfde functie. Het decoratiepatroon van de flesjes lijkt nogal op elkaar. Het bestaat uit lichte glasdraden (meestal lichtblauw en geel) op een donkere ondergrond (meestal blauw of groen), of donkere draden (meestal auberginekleurig) op een lichte ondergrond (meestal ondoorzichtig wit).

Uit Turkije

De vier flesjes zijn eind negentiende eeuw aangekocht in Smyrna. Ze zouden zijn gevonden in de landstreek Troas in noordwestelijk Turkije, het voormalige gebied rond Troje.

1. De voorwerpen | Relevante voorwerpen