Het beroemdste handschrift

Het was niet altijd pas en vree in het oude Egypte. Zo ging het Oude Rijk (2543-2120 v.Chr.) mogelijk aan verdeeldheid en een burgeroorlog ten onder. De Nubiërs uit het zuiden en vooral Aziaten profiteerden van de zwakte van de farao’s. Lokale heersers zagen hun kans schoon om hun macht uit te breiden. Tijdens het Middenrijk (1980-1760 v.Chr.) probeerden de Egyptenaren alles weer bij het oude te brengen en werd het centrale gezag van de koning over het hele land hersteld.

Tekst slechts op één papyrus bewaard

Met de terugkeer van de centrale koningsmacht ontstond er een nieuw genre van politiek-literaire geschriften om het gezag van de koning te legitimeren. De Vermaningen van Ipoewer (1307-1196 v.Chr., 18 centimeter hoog) is daar een goed voorbeeld van. De tekst is afkomstig uit het Nieuwe Rijk (1539-1077 v.Chr.), maar kan evengoed al in het Middenrijk onder koning Sesostris III (1845-1837 v.Chr.) zijn geschreven. Het bijzondere aan de tekst is dat hij slechts in één handschrift op papyrus bewaard is gebleven. Dat maakt het tot het beroemdste handschrift uit de rijke collectie van het Rijksmuseum van Oudheden.

Fictief verhaal

In het handschrift zijn verschillende korte teksten samengevoegd. Een daarvan begint zo: “Wat Ipoewer als antwoord sprak tot de Alheer” (Alheer is waarschijnlijk de koning of misschien wel een god). Dat verklaart waarom deze compilatie bekend staat als de Vermaningen van Ipoewer, een man van wie we overigens niets weten. De tekst is (dan ook) geen historische verhandeling, maar een literair, dus fictief verhaal.

Tekst over rampspoed en ellende

De Vermaningen beschrijft de teloorgang van “de goeie ouwe tijd” en de sociale ellende en burgeroorlog die daaruit voortkwamen. Dat gaat dan zo: “Waarlijk het gezicht is bleek, want de boogschutter zit klaar en misdaad is overal Waarlijk, de Nijlgod brengt overstroming, maar niemand ploegt voor hem Waarlijk, de vrouwen zijn onvruchtbaar en geen wordt zwanger; de scheppergod Chnoem vervaardigt niets meer vanwege de toestand van het land Waarlijk, de armen zijn tot bezitters van weelde geworden Waarlijk, het hart is aangedaan, want een plaag waart door het land en bloed is overal; aan dood is geen gebrek en de lijkwade waarschuwt om niet naderbij te komen.” De auteur beschrijft hier dus geen historische werkelijkheid, maar wekt de lezer op loyaal te zijn aan de koning of misschien wel de god.

Positief einde

Het geschrift eindigt met een positieve oproep om law and order te herstellen. Dat gaat dan bijvoorbeeld zo: “Vernietig de vijanden van de edele residentie en zijn talrijke wetten Denk eraan om de graanschuren te vullen, wierook te branden en ‘s ochtends een kruik water te offeren Denk eraan om vlaggenmasten op te richten en stèles te graveren, terwijl priesters de tempels reinigen en het godshuis witgekalkt is als melk Denk eraan om de regels na te leven en de data aan te houden.”

Hiëratisch schrift in zwarte en rode inkt

De tekst van de Vermaningen beslaat de voorkant van de 378 centimeter lange papyrus, die in totaal zeventien kolommen van veertien regels elk bevat. Het stuk is met zwarte inkt netjes in het hiëratisch geschreven. Rode inkt is gebruikt voor de aanhef van nieuwe hoofdstukken en voor woorden die aan het begin steeds worden herhaald.

De voorwerpen | Relevante voorwerpen